Veiligheidssituatie

Français

Deze COI Focus beschrijft de veiligheidssituatie in Colombia voor de periode van januari 2024 tot en met februari 2025.

De veiligheidssituatie tijdens het afgelopen referentiejaar werd voornamelijk beïnvloed door de vredesonderhandelingen in het kader van Paz Total (Totale Vrede). Eind 2022 startten de formele onderhandelingen met acht verschillende soorten groeperingen, waaronder de rebellengroeperingen het Ejército de Liberación Nacional (ELN), de Segunda Marquetalia (SM) en de Estado Mayor Central (EMC), de illegale gewapende groeperingen Clan del Golfo, de Autodefensas Conquistadoras de la Sierra Nevada (ACSN) en de lokale bendes Shottas en Espartanos in Buenaventura, verschillende combos (lokale bendes) in de stad Medellín en tot slot Los Mexicanos, Los Locos Yam en het Cartel del Norte in Quibdó. De onderhandelingen met de verschillende groeperingen verliepen grillig en kenden allen een verschillend verloop en andere obstakels. De onderhandelingen met het ELN boekten initieel de meeste vooruitgang met een staakt-het-vuren tot gevolg tussen augustus 2023 en augustus 2024. Dit staakt-het-vuren werd echter niet opnieuw verlengd en de gewapende confrontaties tussen deze groepering en de ordetroepen hernamen de tweede helft van 2024. Ook het staakt-het-vuren met de EMC en de SM sprong af. Al deze groeperingen werden doorheen 2024 bovendien geconfronteerd met afsplitsingen binnen hun rangen omwille van de wens om zelf te onderhandelen met de overheid. Zo scheurde de groep Estado Mayor de los Bloques y Frente (EMBF) zich af van het EMC. Ook binnen het SM gebeurde een secessie die leidde tot de oprichting van het Coordinadora Nacional Ejército Bolivariano (CNEB). De Comuneros del Sur uit het departement Nariño splitsten zich ook af van het ELN om dezelfde reden. Met de Clan del Golfo vonden in 2024 geen vredesgesprekken plaats al werd een eerste aanzet hiertoe wel gegeven. De onderhandelingen met de stedelijke bendes kenden eveneens een wisselend succes.

De invloed van deze onderhandelingen op de veiligheidssituatie was wisselend. Er was sinds eind 2022 een afname van vijandelijkheden tussen staatsveiligheidstroepen en gewapende groeperingen. Maar deze afname leidde op zijn beurt tot territoriale expansie en gewelddadige concurrentie tussen gewapende groeperingen onderling die strijden om de controle over illegale activiteiten. Elk van de grote gewapende groeperingen breidde zijn gebied verder uit en verstevigde zijn greep op de lokale bevolking. Volgens een ACLED-analyse was er een afname van het dodelijke geweld ten aanzien van burgers, maar namen andere vormen van georganiseerd geweld tegen de bevolking wel toe. Ook hebben de groeperingen doorgezet met de diversificatie van hun criminele economieën waarbij naast drugshandel, ook illegale mijnbouw, mensensmokkel en afpersing belangrijke inkomsten zijn geworden. De vele splitsingen binnen de gewapende groeperingen verhoogden daarnaast het aantal gewapende confrontaties onderling. Eind 2024 was er bovendien opnieuw een toename van het aantal gewelddadige confrontaties met de staat, als gevolg van het afspringen van de onderhandelingen met de belangrijkste groeperingen. Het nationale moordcijfer daalde licht, maar in elf steden met meer dan 500.000 inwoners steeg het aantal moorden in 2024. Ook de registraties van afpersing, ontvoeringen en bedreigingen namen toe.

Op 16 januari 2025 richtte het ELN een bloedbad aan in de regio Catatumbo waarbij minstens 80 doden vielen, waaronder ondertekenaars van het vredesakkoord van 2016, mensenrechtenactivisten en burgers die beschuldigd werden van steun aan het EMBF. Twee weken na dit geweld meldde het ministerie van Defensie meer dan 50.000 ontheemden, wat het grootste aantal is door een gewapend incident, sinds de registratie in 1997 begon. Volgens Colombia-experte Elisabeth Dickinson liet de werkwijze van het ELN in Catatumbo zien dat de organisatie geen onderscheid maakt tussen strijders en burgers, noch tussen actieve strijders en voormalige guerrillero’s. Ten gevolge van de uitbraak van dit conflict schortte de president de vredesonderhandelingen met het ELN op en kondigde hij op 20 januari 2025 een toestand van interne onrust aan voor de hele regio gedurende 90 dagen. De gebeurtenissen in Catatumbo zetten volgens analisten de onstabiele relaties tussen de verschillende gewapende groeperingen op scherp en roepen de vrees op voor een spill over-effect. Half februari 2025 waarschuwt ook de Colombiaanse ombudsdienst (La Defensoría del Pueblo de Colombia, DPC) voor elf nieuwe brandhaarden van geweld.

De verslechterde veiligheidssituatie eind 2024 en begin 2025 nopen president Petro tot een nieuwe aanpak van zijn vredesbeleid. In plaats van onderhandelingen met alle gewapende groeperingen wil hij nu inzetten met onderhandelingen met lokale groeperingen. Daarnaast wil hij eveneens inzetten op verhoogde militaire confrontaties met de gewapende groeperingen. De nieuwe benoeming in februari 2025 van een generaal tot minister van Defensie, iets wat sinds 1991 niet meer is gebeurd, lijkt dit voornemen kracht te moeten bijzetten.

De OCHA-data tonen aan dat de departementen Cauca, Antioquia, Arauca, Chocó, Norte de Santander,  Nariño, Putumayo en Valle de Cauca het meest door geweld zijn getroffen tijdens de afgelopen referentieperiode. Het geweld speelt zich grotendeels af in de rurale gebieden waar ook een beperkte staatsaanwezigheid is en waar het multidimensionale armoedecijfer meestal hoger is. In deze gebieden is een meerderheid van de inwoners van inheemse of Afro-Colombiaanse origine. Daarnaast kennen een aantal departementen zoals Boyacá en Cundinamarca zeer lage moordcijfers met een groot aantal gemeenten waar geen enkele moord werd geregistreerd in 2024. Hoewel het gewapend conflict zich vooral op het platteland concentreert, vormen steden knooppunten waar illegale economische en politieke netwerken samenkomen in de vorm van cocaïnetransporten, witwaspraktijken en de activiteiten van talloze gewapende groeperingen die zich verrijken door transnationale drugshandel en criminaliteit.

Colombia werd tijdens de afgelopen referentieperiode ook nog steeds geconfronteerd met een hoge instroom van Venezolaanse migranten. Hoewel de autoriteiten een duidelijk kader ontwikkelden voor het aanvragen van een verblijfsvergunning, stelt de instroom van de vluchtelingen de maatschappij voor bijkomende uitdagingen. Vooral de Clan del Golfo richtte zich de afgelopen referentieperiode op de mensenhandel en –smokkel waarvan vooral Venezolanen het slachtoffer zijn.

Politique de traitement

La politique définie par le commissaire général se fonde sur une analyse approfondie d’informations récentes et détaillées sur la situation générale dans le pays. Ces informations ont été recueillies de manière professionnelle auprès de diverses sources objectives, dont l’Agence de l’Union européenne pour l’asile (AUEA), le Haut-Commissariat aux réfugiés des Nations unies (HCR), des organisations internationales de défense des droits de l’homme, des organisations non gouvernementales, ainsi que la littérature spécialisée et les médias. Pour définir sa politique, le commissaire général ne se fonde donc pas exclusivement sur les COI Focus publiés sur le site du CGRA, qui ne traitent que de certains aspects particuliers de la situation du pays. Le fait qu’un COI Focus date d’un certain temps déjà ne signifie donc pas que la politique menée par le commissaire général ne soit plus d’actualité.

Pour examiner une demande d’asile, le commissaire général tient non seulement compte de la situation objective dans le pays d’origine à la date de la décision mais également de la situation individuelle et des circonstances personnelles du demandeur. Chaque demande d’asile est examinée au cas par cas. Le demandeur d’asile doit montrer de manière suffisamment concrète qu’il éprouve une crainte fondée de persécution ou court un risque réel d’atteintes graves. Il ne peut donc se contenter de renvoyer à la situation générale dans son pays mais doit également présenter des faits concrets et crédibles le concernant personnellement.

Pour ce pays, il n’y a pas de note de politique de traitement disponible sur le site Internet du CGRA.

Land: 
Colombie