Sinds de militaire staatsgreep in 2013 van de huidige Egyptische president Abdel-Fattah al-Sisi, is het land ruim tien jaar lang geconfronteerd geweest met een aanzienlijke golf van terroristisch geweld. In de provincie Noord-Sinaï betrof het een insurrectie van jihadistische rebellen die zich vanaf 2014 affilieerden met de terreurgroep Islamitische Staat (IS) en opereerden onder de naam Wilayet Sinaï (WS). In de rest van Egypte betrof het hoofdzakelijk islamistische antiregime-terreurgroepen die soms waren geassocieerd met de verboden Moslimbroederschap of met al-Qaida. De situatie in Libië en Gaza had bij momenten een, weliswaar beperkte, impact op de veiligheidssituatie in Egypte. De acties van de terroristen vielen samen met de installatie van een robuuste militaire dictatuur, die hard optreedt tegen elke vorm van islamistische of seculiere oppositie. Voorts heersen er aanzienlijke economische problemen, die de levensstandaard van de bevolking ernstig hebben aangetast.
Onderzoek op basis van literatuur en Armed Conflict Location & Event Data Project (ACLED) wijst uit dat zowel in Noord-Sinaï als in de rest van het land het geweld de laatste jaren significant is teruggevallen. Een combinatie van een volgehouden counterinsurgency-strategie door het leger, allianties met lokale tribale milities en, in het laatste stadium van het conflict, het nemen van amnestiemaatregelen, heeft het Egyptische regime in staat gesteld om de activiteiten van WS in het gebied vrijwel volledig te elimineren. In de rest van Egypte zijn politie en veiligheidsdiensten erin geslaagd een aanzienlijk aantal terroristische cellen te ontmantelen, in die mate dat ook daar het geweld op een historisch laag niveau is teruggevallen. In 2023 en de eerste helft van 2024 werden in Egypte door ACLED nauwelijks nog terroristische incidenten opgetekend. Het geweld in Egypte beperkt zich heden tot hardhandig optreden van politie en veiligheidsdiensten tegen opposanten en gebeurlijke sectaire incidenten gericht tegen de christelijke gemeenschap.
Tijdens het conflict tussen regime en jihadisten zijn ook burgers het slachtoffer geworden van het geweld en zijn door alle strijdende partijen ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd.
Beleid
Het beleid dat de commissaris-generaal voert, is gestoeld op een grondige analyse van nauwkeurige en actuele informatie over de algemene situatie in het land van oorsprong. Die informatie wordt op professionele manier verzameld uit verschillende objectieve bronnen, waaronder het EUAA, het UNHCR, relevante internationale mensenrechtenorganisaties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Bij het bepalen van zijn beleid baseert de commissaris-generaal zich derhalve niet alleen op de op deze website gepubliceerde COI Focussen opgesteld door Cedoca, dewelke slechts één aspect van de algemene situatie in het land van herkomst behandelen.
Uit het gegeven dat een COI Focus gedateerd zou zijn, kan bijgevolg niet worden afgeleid dat het beleid dat de commissaris-generaal voert niet langer actueel zou zijn.
Bij het beoordelen van een asielaanvraag houdt de commissaris-generaal niet alleen rekening met de feitelijke situatie zoals zij zich voordoet in het land van oorsprong op het ogenblik van zijn beslissing, maar ook met de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de asielzoeker. Elke asielaanvraag wordt individueel onderzocht. Een asielzoeker moet op een voldoende concrete manier aantonen dat hij een gegronde vrees voor vervolging of een persoonlijk risico op ernstige schade loopt. Hij kan dus niet louter verwijzen naar de algemene omstandigheden in zijn land, maar moet ook concrete, geloofwaardige en op zijn persoon betrokken feiten aanbrengen.
Voor dit land is geen beleidsnota beschikbaar op de CGVS website.